Ik ben niet zo’n held in de auto (2)
En tja, dat zinnetje ‘Ik ben niet zo’n held in de auto’, roep ik dus wel vaker. Een paar weken terug nog, toen een vette oplegger en ik elkaar moesten passeren op een smalle weg waar eigenlijk maar plek voor één van ons was. (Zie ook: Ik ben niet zo’n held in de auto (1).)
Tot ik laatst weer op het weggetje reed en dacht: wat een onzin eigenlijk dat ik dat steeds zeg. Hoezo ben ik geen held in de auto: laatst in januari bij de 2300 kilometer file vanwege de sneeuw (waar ik dus in stond) ben ik hartstikke heldhaftig (namelijk rustig en aandachtig) naar huis gereden en is er niets gebeurd. Tijdens de wintersportvakantie werd ik uit mijn comfortzone gedwongen en reed ik een paar keer het glibberige bergweggetje tussen huis en piste af. In diezelfde vakantie reed ik zelfs in het donker naar een andere, onbekende piste om daar man- en kindlief die naar beneden waren gekomen op de verkeerde plek op te halen. Alle componenten waren aanwezig om dit niet zo’n tof ritje voor mij te maken (donker, onbekend, sneeuw & ijs) maar er-was-helemaal-niks-aan-de-hand. Elke keer als ik naar mijn opa en oma in het Westland (smalle wegen, aan weerszijden brede sloten met hoog water) rijd knijp ik hem even. Maar ook hier: altijd prima gereden, niets aan het handje, nog nooit in die sloten gelegen (los van die ene keer toen ik 10 was en uit de rubberboot viel).
Eigenlijk, als ik het zo eens bekeek, was ik een meer dan prima autobestuurder. Op een te krap bochtje en bijbehorende deuk in de auto na nooit schade veroorzaakt, hooguit een paar verkeersboetes voor een paar kilometer te hard.
En ook dat is mindfulness: zonder oordeel zien wat er is. In mijn geval: zien dat ik af en toe spanning ervaar in het verkeer. Die spanning verwoorden als ‘ik ben geen held in de auto’. Waarmee ik mezelf geen held in de auto maak, terwijl dat niet nodig is.
Wat vertel jij jezelf wat misschien niet helemaal (of helemaal niet) waar is? Waarmee geef jij jezelf een labeltje?